Stadslandbouw

23017 Kavel geel

Minimaal de helft (50%) van je kavel gebruik je om voedsel te verbouwen, voor jezelf of voor anderen. Denk daarbij aan een boomgaard, moestuin of viskwekerij. Reserveer minstens 80% van het oppervlak om echt voedsel te gaan produceren. Houd rekening met de reële dichtheid en productiecyclus, dus geen 2 fruitboompjes op 500 m² stadslandbouw. De overige 20% van het oppervlak mag je gebruiken voor andersoortige activiteiten zoals een minicamping, speeltuin, hobbymatig houden van dieren. Geef in je ontwikkelplan aan op welke manier je invulling wilt geven aan de stadslandbouw.

Het houden van dieren voor voedselproductie past prima bij stadslandbouw. Let erop dat de mogelijkheden voor een hok of kas voor stadslandbouw beperkt zijn. Kas of dierenverblijf van max 15m2 is toegestaan. Deze mogen ook op het roodkavel staan.

s

Let op: paarden houden is geen stadslandbouw

Stadslandbouw gaat over voedselvoorziening. Voor jezelf of voor anderen. Paarden houden of fokken valt daar dus niet onder. Je mag natuurlijk in je plan opnemen dat je ruimte wilt hebben voor paarden, maar dan valt het niet onder stadslandbouw. Alle beesten die je recreatief houdt, en niet gebruikt worden voor de productie van vlees of zuivel vallen niet onder stadslandbouw.

s

Let op: geluidsoverlast door hanen

Gezellig rondstruinende kippen, elke dag een eitje, het klinkt heerlijk. Maar hanen kraaien soms luid en schril. Voorkom dat dit voor de omgeving hinder veroorzaakt. Zie ook de Algemene plaatselijke verordening (APV) van gemeente Almere, artikel 2:57 Hinder door dieren.

s

Let op: wil je een mini camping starten?

Op het kavel moet je buiten de publiek toegankelijke zone een aaneengesloten stuk grond reserveren dat maximaal 20% beslaat van het percentage stadslandbouw.

Een mini camping starten

Zo nu en dan is er belangstelling van initiatiefnemers om een minicamping te beginnen. Welke voorwaarden gelden er voor Oosterwold?

Een minicamping op een standaardkavel wonen bestaat uit maximaal 15 kampeerplaatsen voor recreatief nachtverblijf. Kamperen mag alleen tijdens het kampeerseizoen van 15 maart tot en met 1 november. Op het kavel moet je buiten de publiek toegankelijke zone een aaneengesloten stuk grond reserveren dat maximaal 20% beslaat van het percentage stadslandbouw. Denk aan voldoende parkeergelegenheid, sanitaire voorzieningen op de roodkavel, een gecertificeerde afsluitbare opvangput voor het lozen van het chemisch toilet en eventuele lichtpunten. Beschrijf alle details van de minicamping in je ontwikkelplan.

Welke regels gelden er voor een minicamping in Oosterwold?

  • Een minicamping is toegestaan op een standaardkavel wonen, zodat de bewoner altijd toezicht kan houden op de minicamping.
  • De minicamping bestaat uit een aaneengesloten stuk grond dat maximaal 20% beslaat van het percentage stadslandbouw. Het is een nevenfunctie van de stadslandbouw.
  • Het terrein ligt buiten de publiek toegankelijke zone.
  • De kampeerplaatsen zijn waterdoorlatend en niet permanent verhard.
  • Er is voorzien in voldoende parkeerbehoefte op eigen terrein met per kampeerplaats 1,2 parkeerplaatsen (1,1-1,3 CROW publicatie 317). Met een onderbouwing kan worden volstaan met een lagere parkeernorm.
  • De sanitaire voorzieningen (douche en toilet) bevinden zich binnen de bestaande bouwmogelijkheden op het roodkavel. Het afvalwater dat hierbij vrij komt moet op de aanvaardbare wijze worden gezuiverd en afgevoerd.
  • Lozen van chemische toiletten is alleen toegestaan op een daarvoor gecertificeerde afsluitbare opvangput.
  • Elektriciteit paaltjes en lichtpunten zijn bij een kampeerplaats toegestaan tot een hoogte van maximaal 0,5m.
  • De kampeerplaatsen worden alleen aangeboden aan toeristen en passanten.
  • Kampeermiddelen zijn alleen toegestaan voor recreatief nachtverblijf (zie Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel 2.1, eerste lid, onder a). Voorbeelden van kampeermiddelen zijn een tent, een tentwagen, vouwwagen, toercaravan, caravan, camper, huifkar e.d.
  • Kamperen mag alleen tijdens het kampeerseizoen van 15 maart tot en met 1 november. Tussen 1 november en 15 maart mogen er geen kampeermiddelen aanwezig zijn.

 

Wat lever ik aan voor in het Ontwikkelplan?

Maak een situatietekening van het kampeerterrein op een schaal van 1:1000 en geef hierop aan:

  • De kadastrale omschrijving van het perceel.
  • De plaats van de op te richten bouwwerken en hun functies.
  • Het verloop van de wegen en de paden op het kampeerterrein en de ontsluiting van het kampeerterrein.
  • De aanwezige en te realiseren parkeergelegenheid.
  • De begrenzing van de kampeerplaatsen (max 20% van de stadslandbouw aangegeven in m2).
  • De aanwezige en te realiseren voorzieningen in geval van brand of andere calamiteiten.
  • Een toelichting waaruit de locatie, de aard en het aantal van de sanitaire voorzieningen blijkt.
  • Een toelichting waaruit blijkt hoe en waar de afvoer van de vaste en vloeibare afvalstoffen is geregeld.

Wet- en regelgeving bij directe verkoop van voedsel en waren

De gemeente en de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) zijn de belangrijkste verstrekkers en controleurs van vergunningen bij directe verkoop. In het Handboek directe verkoop van boerderijproducten lees je met welke wet- en regelgeving je te maken krijgt.